Aan alle mooie verhalen komt een eind…

Als laatste opdracht kregen de inleefreizigers detaak om na te denken over volgend zinnetje:

“Je bent twee weken in Nicaragua geweest als…”

  • Je 3 keer per dag gallo pinto hebt gegeten
  • Je broek aan de zetels van de bus is blijven plakken van het zweet
  • Je het toilet gedeeld hebt met kakkerlakken
  • Je om 5u wakker geworden bent met het geluid van de kakelende haan en blaffende honden
  • Je door iedereen wordt nagefloten
  • Je een supergrote cocktail hebt gedronken voor amper 2 dollar
  • Je werkelijk beseft dat water heel kostbaar is
  • Je in een aftandse Amerikaanse schoolbus hebt gereden
  • Je de smaak van Flor de Caña onmiddellijk herkent
  • Je rug ondanks liters zonnecrème toch nog verbrandt
  • Je zonder problemen je muziek keihard kan opzetten of mag meebrullen in de karaoke
  • Je op café 3 keer hetzelfde liedje hoort op een kwartier tijd
  • Je de contrasten hebt leren waarderen
  • Je bij het vertrek uit Santo Tomás al afspraken maakt voor je volgende bezoek
  • Je beseft dat de allerliefste mensen in Santo Tomás wonen
  • Je wakker geworden bent met weer een paar muggenbeten meer
  • Je mama en papa toch een heel klein beetje gemist hebt
  • Je door elkaar bent geschud in de beestenwagen
  • Je in de rivier bent gaan zwemmen met je gastgezin
  • Je net als de Nica’s naar iedereen kan blijven staren
  • Je moedermelk in je oog hebt gekregen om een zandkorreltje weg te spoelen
  • Je openlijk over schijterij kan praten
  • Je bier moet betalen en rum gratis is
  • Je elke avond door je supertoffe begeleiders naar huis bent gebracht
  • Je voor de 2e keer een emmer water bent gaan halen om de wc door te spoelen
  • Je op minstens 5 verschillende manieren bananen gegeten hebt
  • Je ‘vrolijke vrienden’ in het Spaans hebt gezongen
  • Je regelmatig ‘si’ hebt gezegd terwijl je er toch geen letter van begrepen hebt
  • Je gastgezin je naam niet kon uitspreken en je dan maar ‘chica’ noemt
  • Je niet rustig op een feestje kan staan zonder aangestaard, toegesproken of nagefloten te worden
  • Je aan de Isletas peperdure bananen hebt gekocht om de apen uit de hand te voederen
  • Je aftersun smeert om 2u ’s middags omdat je al een mooi kleurtje hebt
  • Je de andere groep ‘als een leeuw in een kooi’ hoort zingen vanuit de karaoke tot in je bed
  • Er een schattige baby op je armen heeft gekakt (hij had spinazie gegeten)
  • Je door de begeleiding naar huis wordt gebracht in de rug omdat je bang bent van honden
  • Je iedere keer opnieuw in rare posities slaapt in de bus
  • Je iedere dag iedereen 10 minuten laat wachten omdat je klok fout staat
  • Je ’s ochtends spijt hebt van de vorige nacht/de lokale godendrank
  • de slang in je bed je eigen haar blijkt te zijn
  • je voor een waston staat en niet weet wat te doen
  • je een karaokeversie van ” een beetje verliefd” zingt voor je Nicaraguaans vriendinnetje
  • je op de wc zit en je denkt “lap, das plat”
  • de gedode reuzekever eigenlijk een kakkerlak blijkt te zijn en je dus angstig bent dat er nu honderden babykakkerlakken gaan zijn
  • de ijscoman je bedriegt en iedere dag de prijs laat stijgen
  • je jezelf perongeluk op sluit op het toilet tijdens een diarree-aanval
  • je de zonnebril van je begeleiding stuk slaat tijdens een paniekaanval omwille van een hond
  • je ontbijt eigenlijk Belgische avondeten is

En als allerlaatste, algemeen gevoel:

  • Als de tranen al opborrelen bij de gedachten dat dit de laatste nacht in dit prachtige land is!

Laatste dagen – groep 2

Dag 2 in León. Voor deze dag hadden we vooraf een keuze moeten maken: een dagje naar de mangrove ofwel de vulkaan Cerro Negro beklimmen om deze vervolgens af te glijden met een sand board. Degenen die voor de vulkaan gingen vertrokken ietsje vroeger om zich met de organisatie Quetzaltrekkers (“hike volcanos, help kids”) richting Cerro Negro te begeven. Met een groepje van 13 personen (11 Belgen, 2 Nica’s) begonnen we vol goede moed aan de beklimming van de vulkaan. De Cerro Negro is nog steeds actief en barst ongeveer elke 15 jaar uit. De laatste keer was in 1999 J. De tocht was redelijk zwaar (warmte, weinig schaduw, een redelijk gevulde rugzak met een pak voor de afdaling en de onhandige plank die je mee de berg op moest sleuren) maar na een klein uurtje bereikten we de top. Na even van het uitzicht genoten te hebben, maakten we ons gereed voor het ultieme doel van deze uitstap. We trokken onze pakken aan, zagen er uit als gevangenisgedetineerden en legden onze plank gereed aan de top van de berg. Op aangeven van de gids sjeesden we één voor één de vulkaan naar beneden. Dit ging bij de ene al wat vlotter dan de andere (koprollen in de lava waren geen uitzondering) maar we bereikten allemaal zonder kleerscheuren de onderkant van de vulkaan. Met een lavazwart gezicht maar met blinkende ogen, blij dat we dit unieke avontuur mochten beleven! Terwijl enkelingen zich aan een 2e klim waagden, genoot de rest van biertje in de hangmat.

Na het avondmaal vertrok de bus weer richting Granada waar we ’s avonds laat toekwamen.

Op onze voorlaatste dag stond een project in het dorp Mateare op het programma. Cantera begeleidt straatkinderen en organiseert allerlei activiteiten. Daarna ging het richting natuurpark Chiltepe. Niemand van ons was hier eerder geweest, en dat hebben we geweten. De weg naar het kratermeer was op z’n zachtst gezegd nogal spectaculair te noemen. Nooit eerder had een schoolbus deze weg genomen, takken schaarden langs beide kanten langs de bus en enkele keren moest een meereizende Nicaraguaan de weg vrijmaken met een machete. De chauffeur hield het na een half uur voor bekeken, en de moedigsten onder ons waagden zich in een hitte van 40° aan een kleine beklimming, om vandaar toch een mooi uitzicht op het kratermeer te hebben. Hier komen we zeker nog eens terug, zij het met kleinere busjes. Als laatste bezochten we de overdekte markt Huembes in Managua, waar we op een uurtje tijd onze gang konden gaan voor het kopen van souvenirs en andere spullen. Werkelijk alles kan je hier terugvinden. Met onze buit in de hand reden we terug richting Granada.

En zo kwamen we al toe aan onze laatste dag. Vroeg in de ochtend vertrokken we weer naar Managua om het straatkinderenproject Inhijambia te bezoeken. We begaven ons eerst naar de Mercado oriental onder politiebegeleiding (volgens de Lonely Planet is dit ‘the scariest market in Nicaragua’) en kwamen in een bibliotheekruimte terecht die bedoeld is als opvang voor mensen in zware armoede die vaak verslaafd zijn aan lijmsnuiven. Daarna bezochten we het opvanghuis van Inhijambia waar deze verslaafde kinderen en volwassenen overdag terecht kunnen, om zo even van de miserie op de straat te kunnen ontsnappen. Voor het bezoek uit België zongen ze enkele liedjes en hadden ze een paar dansen voorbereid. Dit was een van de indrukwekkendste projecten die we bezocht hebben.

We sloten onze reis af met een toeristische uitstap. In verschillende bootjes voeren we naar de Isletas, waar de rijkste Nicaraguanen een buitenverblijf bezitten op een van de talrijke eilandjes in het meer vlak bij Granada. We hielden even halt bij het ‘apeneiland’ waar enkele aapjes bananen uit onze hand kwamen nemen. Na een half uurtje in de boot meerden we aan op een eiland waar de liefhebbers een verfrissende duik konden nemen, of anderen genoten van een biertje of cocktail. Bij een ondergaande zon met de vulkaan Mombacho op de achtergrond voeren we terug richting vasteland.

Ondanks het grote contrast met de voormiddag was dit een prachtige afsluiter van deze reis!

Verslag van een inleefreiziger – Groep 2

Zondag 12 april ’15

Vandaag namen we afscheid van Santo Tomás en haar inwoners. Bah, ik houd niet van afscheid nemen, zo’n droevige bedoening! Toch heb ik, ondanks de vele traantjes die vloeiden, zelf niet gehuild. Ik weet dat ik ooit terug zal komen en iedereen terug zal zien. Dat maakt het afscheid minder zwaar.

De Mombacho was heel anders dan ik dacht. Ik verwachtte geblakerde rotsen, droogte en rook, maar het was een prachtig stukje regenwoud.

De verdere reis naar Granada was mooi, maar werd bij mij verstoord door reisziekte. Dit kwam waarschijnlijk door de fel hellende, hobbelige weg naar de voet van de vulkaan in een toeristenbusje.

Het was fijn weer op adem te komen in het hotel in Granada. Toch spreekt de vanzelfsprekende “luxe” nu een beetje bitter na onze ervaringen in Santo Tomás. Ik heb me niet gedoucht omwille van de waterschaarste. Hier is stromend water, maar dat was er in Santo Tomás en vele andere huizen en plaatsen niet. Waarschijnlijk hebben de mensen tegenover dit hotel niet eens stromend water.

Morgen vertrekken we op tweedaagse naar León. Ben eens benieuwd.

 

Maandag 13 april ’15

Na een stevig gallo pinto ontbijt vertrokken we met de bus richting León. Na een lange maar gezellige reis kwamen we aan in het centrum van de mooie, bruisende stad. Toen ik uit de bus stapte, werd ik direct overvallen door de warmte. Het deed dan ook deugd even uit te blazen in een hangmat in het hotel (Viavia, uitgebaat door Belgen).

Maar veel tijd om uit te blazen was er niet. Na de verdeling van de kamers trokken we er op uit. En hoewel het museum gesloten was en we niet op de toren van de kathedraal van het uitzicht konden genieten, was het toch wel de moeite waard. We zagen een hoop studenten in uniform, enkele monumenten ter ere van de politieke partij die momenteel aan de macht is en een groot gebouw waarvan ik denk dat het eens een kathedraal was. Ook hielden we halt bij een plein waar enkele souvenierkraampjes stonden. Op de terugweg bezochten we nog even een kerk.

’s Namiddags bezochten we het vulkanisch veld. Ik had met voorbereid op een niet al te spectaculair rookpluimpje, maar ik was toch wel aangenaam verrast toen we er waren. Gaten van +/- 1 meter diep waar veel enorm hete stoom uitkwam. Als je een klein gaatje in de grond maakte, kon je de hete lucht onder de grond voelen. En als je een beetje water in zo’n kuiltje goot, begon het onmiddellijk te koken. Echt zot om te zien.

 

Granada – groep 1

Genietend van een bord rijst met bonen aan het zwembad, werden we langzaam wakker na een korte nacht in het (te) luxueuze hotel in Granada. Toen iedereen eindelijk in de bus geraakt was, vertrokken we richting Managua. We bezochten Inhijambia, één van de projecten die ons tot nu toe het meeste raakte. De jongeren die we daar ontmoetten leefden op de Mercado Oriental, een gevaarlijke markt die wij enkel konden bezoeken doordat we security bij ons hadden. We werden omvergeblazen door een indringende geur van vlees dat al de hele ochtend in de zon lag. Na het zien van deze dingen, was het moeilijk te begrijpen hoe jongeren in deze toestand kunnen leven.

Na deze wandeling op de Mercado Oriental brachten we een bezoekje aan het opvanghuis, waar straatkinderen aan een betere toekomst geholpen worden. We bewonderden de optredens van enkele straatkinderen en luisterden naar een pakkende getuigenis van een gewezen straatkind, die nu zelf mama is van 3 kinderen. Wat ons het meest raakte is dat ze ons als laatste vertelde dat ze nog altijd geen thuis gevonden heeft.

Om het contrast nog sterker te maken, aten we ’s middags in het grootste winkelcentrum van Managua.

In de namiddag bewonderden we een prachtig stukje natuur: de vulkaan van Masaya en het uitzicht van Catarina. ’s Avonds maakten we ons klaar om een hapje te gaan eten in een gezellig restaurantje in Granada. Na het eten keerden we terug naar ons hotel, waar we de verjaardag van Jessica vierden met een piñata.

Morgen brengen we een bezoek aan León.
Wordt vervolgd..

DSCN2483.

“Ik zen hier toch nie om de schoonste van ’t straat te zen …”

Dit was tot nu toe één van de strafste uitspraken van onze inleefreis. Maar, er is meer!

Vrijdag gingen we samen met onze gastgezinnen zwemmen in een plaatselijke rivier. Iedereen was zo blij om nog eens veel water te zien dat ze binnen de 5 minuten een duik namen en er het eerste uur niet meer uit kwamen. Alle gastgezinnen hadden een lekkere picknick voorbereid en ook daar hebben we weer enorm van genoten!
Roodverbrand reden we rond 16 u terug naar Santo Tomás in de beestenwagens. En maar goed dat de wegen hier allemaal zo mooi aangelegd zijn zodat we niet ‘geshaked’ terug aankwamen J

Nog een ander straf verhaal kwam van een van onze inleefreizigers uit groep 2: tijdens de rit op de beestenwagen zat er een zandkorreltje in haar oog. Ze probeerde een half uur lang om het er met water uit te spoelen maar dat lukte niet. Ook een zalfje dat ze op aanraden van haar gastfamilie op haar ooglid smeerde, bood niet de nodige hulp. Tot een nicht van de familie met dé oplossing kwam: het probleem moest opgelost worden met ‘leche naturale’ (moedermelk). Plots haalde ze haar borst uit haar blouse en spoot melk uit haar tepel in het oog … en ja hoor, de zandkorrel was verdwenen!

Na het zwemavontuur was het voor groep 1 karaoketijd. Het gebeuren kwam redelijk traag op gang, maar eens de angsten overwonnen waren, werd het echt party time! Al snel werden de beste nummers gezongen, gaande van Pokemon tot Titanic en Bryan Adams. Er werden zelfs enkele echte zangtalenten ontdekt. Als afsluiter werd één van de belangrijkste Belgische nummers gezongen: Mia van Gorki (oudere leden en sympathisanten van het Nicacomité weten hoe vlot de Tomasinos dit kunnen meezingen). Moe maar voldaan ging iedereen daarna slapen om goed uitgerust te zijn voor een laatste dagje ‘knallen’ in Santo Tomás!

En knallen hebben we zeker gedaan zaterdag en dat niet alleen door het vuurwerk dat afgestoken werd. Het CDC had een prachtig feest voorbereid en daar hebben we enorm van genoten!
Na ons bezoek aan de technische school in de Hermandad, de korte maar enorm leuke skypeverbinding met Mol en een wandeling door de vrij nieuwe wijk San José del Norte trokken we richting cancha (het nieuwe sportterrein) voor de grote viering rond 30 jaar stedenband.

De avond werd ingezet met officiële speeches, afgewisseld met onze “culturele acto’s”, dans, zang en theater waarin we de voorbije weken toch wel wat voorbereidend werk gestoken hadden. De zenuwen waren dan ook hoog gespannen. Maar we hebben het héél goed gedaan, iedereen was het erover eens: al onze inleefreizigers hebben een prachtprestatie geleverd! En het feestje achteraf hadden we dan ook zeker verdiend. Samen met zo’n 1300 Tomasinos hebben we gedanst, gefeest en natuurlijk ook lekker gegeten en gedronken. Het werd dus zeker geen afscheidsfeestje in mineur J

Vanmorgen was de sfeer heel wat minder, en NEE, dat had niets te maken met aanwezige katers, maar wel alles met het feit dat we nu al moesten afscheid nemen van onze superlieve families en vrienden in Santo Tomás. We hebben enorm genoten van hun gastvrijheid en zullen deze nieuwe vrienden nooit meer vergeten, het mag dus ook duidelijk zijn dat er heel wat traantjes vloeiden. Gelukkig zijn we er toch nog in geslaagd om een zestal van deze prachtmensen mee in de bus te krijgen om ons te vergezellen op de vierdaagse rondreis door het land … toch nog een klein beetje uitstel van afscheid dus.

Meer nieuws hierover volgt later …

Nieuws van onze delegatie 30 jaar

Op 4 april vertrok er, naast de groep inleefreizigers, nog een extra delegatie voor de viering van de 30 jaar stedenband. Deze delegatie bestaat uit vertegenwoordigers van alle Molse politieke partijen, sympathisanten en leden van het Nicacomité. Allemaal waren we benieuwd. Want hoewel velen van ons de werking van het Molse Nicacomité wel kenden, konden we nu in de praktijk ervaren hoe belangrijk de stedenband is voor de lokale bevolking. Na een reis van 27 uur kwamen we vermoeid, maar niet minder enthousiast aan in Managua. De ontvangst was erg hartelijk en meteen mochten we de warmte van de mensen ervaren.

De afgelopen dagen bezochten we, onder de deskundige leiding van Robbe en Jonas, heel wat projecten. De kinderrefter, die er voor zorgt dat de armste kinderen kwaliteitsvolle voeding krijgen. Verschillende waterprojecten, die zorgen voor stromend water, ook in de buitenwijken. De “clinica popular”, die er voor zorgt dat mensen op een laagdrempelige manier toegang krijgen tot kwaliteitsvolle gezondheidszorg. We bezochten ook projecten rond ecologie, duurzaamheid en microkredieten.

In al deze projecten is er één constante. En dat is de samenwerking tussen het Nicacomité en het plaatselijke comité. Een samenwerking die vertrekt vanuit lokale uitdagingen en gedragen wordt door de plaatselijke bevolking. De twee gemeentebesturen ondersteunen deze werking ten volle. Wat opvalt is dat het gaat om een echte uitwisseling. Want ook wij krijgen veel stof tot nadenken. De impact van de opwarming van de aarde, het waterverbruik en de manier van leven bij ons in het westen,…

Hoewel we nog niet alles hebben gezien, kunnen we nu al besluiten dat onze delegatie er van overtuigd is, dat ontwikkelingssamenwerking in het algemeen, en de stedenband specifiek, ook de komende 30 jaar een belangrijke plaats zullen moeten innemen in het lokaal beleid. Want als we op deze manier blijven samenwerken, dan ziet de toekomst er, ondanks de nog vele uitdagingen, er rooskleurig uit.

Het verhaal van een jonge begeleider

Drie jaar geleden ging ik zelf mee op inleefreis. Ik weet nog hoe ongelooflijk verwonderd ik was over alle projecten. Ik had echt het gevoel dat ik op inleefreis gegroeid was als mens. Mijn kijk op de wereld veranderde. Ik zal mensen minder snel beoordelen op hun uiterlijk of hun eigendommen. Iedereen heeft zijn eigen verhaal en moet de kans krijgen om dit te vertellen. Het is belangrijk dat er ook mensen zijn die willen luisteren, maar jammer genoeg gebeurt dit niet altijd in realiteit.

Ik vind het mooi om te zien hoe onze inleefreizigers elke dag groeien, ze stellen veel vragen bij de projecten en zijn écht geïnteresseerd. De woorden “brigade 2016” zijn al meermaals gevallen, dus ouders: hou jullie al maar klaar! Ze komen spontaan vertellen hoe goed alle projecten in elkaar zitten, hoe verwonderd ze zijn dat hier al zoveel gebeurd is, maar ook hoe schrijnend de situaties soms zijn en mensen toch gelukkig kunnen zijn. Vandaag kwam één van hen langs om te vertellen hoe vreemd het zal aanvoelen om thuis het toilet terug door te spoelen en te weten dat er zomaar ineens 10 liter water wegstroomt, water dat mensen hier heel goed kunnen gebruiken en waar we nu zo spaarzaam mee moeten zijn.

De groepen worden steeds hechter, er worden vriendschappen gesloten voor het leven, niet enkel tussen de Belgen onderling, maar ook zeker tussen Belgen en Nica’s. En ook al is het Spaans dan zeker niet perfect, ook met gebaren komen we er wel. De onwennige momenten in het gastgezin die we in het begin gewaar werden, zijn nu helemaal verdwenen en we worden steeds meer een echte familie.

Vandaag hadden we een spelnamiddag met arme kinderen uit de wijken Las Lajitas en San José. Vol enthousiasme stonden in beide wijken meer dan 100 kinderen ons op te wachten, we waren overdonderd! In het begin was het een beetje zoeken om de spelletjes uit te leggen, maar al snel liep het vlot. De lach op het gezicht van zowel de kinderen als hun ouders gaf ons een fantastisch gevoel, even konden ze hun zorgen vergeten en genieten van een snoepje en een drankje, iets wat deze arme kinderen maar zelden krijgen …

BELANGRIJK BERICHT: België wint voetbalwedstrijd tegen Nicaragua

Over dinsdag 7 april hebben we een superbelangrijke boodschap: onze Belgische delegatie heeft de Nicaraguaanse ploeg verslagen met 3-8!!! Voor het eerst in deze 30 jaar zijn we erin geslaagd een wedstrijd te winnen en daar zijn we uiteraard heel trots op. Heel klein detail bij het sporttornooi: de volleybal- en basketbalwedstrijd hebben we wel verloren maar iedereen heeft het beste van zichzelf gegeven, hetzij als speler in een van onze sportploegen, hetzij als supporter of zelfs cheerleader, we waren fantastisch! Ook op de weg naar het stadion hebben we het hele dorp op stelten gezet, de Belgische driekleur voorop en met de nodige decibels. Wie het voordien nog niet wist, is nu zeker wel op de hoogte van onze aanwezigheid 🙂

Vandaag hebben de beide groepen nog enkele projectbezoeken afgelegd, daarover later meer …